Wij gebruiken cookies op de website. Analytische cookies laten ons geanonimiseerd zien hoe men de website gebruikt. Met die inzichten monitoren en verbeteren we fsin.nl. Lees meer

Ik ga niet akkoord

Is food rijp voor nieuwe vormen van kapitalisme?

In februari van dit jaar schreef ik een blog over de magie van Whole Foods Market. Een prachtige formule als voorbeeld van een organisatie die invulling geeft aan thema’s die ook de Nederlandse markt bezighouden. Inmiddels zijn we ruim twee maanden verder en de magie van Whole Foods Market werkt nog na in mijn hoofd.

13 mei 2015 - Ter voorbereiding op het FSIN Zomercongres van 24 juni a.s. en een aantal andere activiteiten ben ik de afgelopen weken verschillende kleine en grotere organisaties tegengekomen die ieder op hun eigen wijze een stempel op de markt drukken. Als ik naar de markt kijk, door de bril van nieuwe ontwikkelingen, zie ik talloze bewegingen. Kleine innovatieve bedrijfjes die een vliegende start kennen. Lokale samenwerkingsverbanden. Mensen die gepassioneerd zijn over eten en die hoe dan ook wel een weg vinden om die passie over te brengen op de consument. Maar ook mensen met simpelweg een idee, die nieuwsgierig zijn en denken: 'kom, laat ik eens proberen of het in de praktijk ook werkt' en zich dan verbazen over de snelheid waarmee hun organisatie groeit.

 

Zoekende organisaties

Als ik door een andere bril kijk, zie ik op een iets hoger abstractieniveau ook veel organisaties zoeken en soms ook worstelen. Want de omgeving waarin ze al zo lang zaken doen, verandert. De consument gedraagt zich anders dan ze gewend zijn of er ontstaat concurrentie uit onverwachte hoek. Er zijn zoveel aspecten die als een storende factor werken voor alles wat bestaand en ‘normaal’ is. De bestaande markt krimpt, dus lijkt het tijd om een nieuwe markt aan te boren. Maar hoe werkt dat nou eigenlijk? En wat is het verschil tussen startende ondernemers aan de ene kant en zoekende organisaties aan de andere kant? En wat maakt dat sommige organisaties helemaal geen last lijken te hebben van al die ‘storende factoren’ die de markt beïnvloeden?

 

‘Dit kan niet waar zijn’

Naast alle interessante organisaties en ontmoetingen las ik in de afgelopen weken ook het boek van Joris Luyendijk ‘Dit kan niet waar zijn’. Hij schrijft daarin over de gang van zaken in de (Engelse) bankenwereld. Een aanrader, een echte must read! Het boek leest als ‘zoete koek’, maar ligt achteraf toch zwaar op de maag. Duizelingwekkend. Wat in mijn hoofd blijft hangen, is vooral de indruk hoe wankel het systeem is waar we allemaal zowel zakelijk als privé mede van afhankelijk zijn. En tot mijn verbazing vraag ik me niet eens af of er een dag komt dat het systeem instort, maar ben ik meer bezig met de vraag wat de consequenties zullen zijn wanneer dat gebeurt. Deze grote, mega grote bankenorganisaties. Vroeger zou het niet in me opkomen om vraagtekens achter hun voortbestaan te zetten. Ik had geen reden om te twijfelen aan hun integriteit of hun stabiliteit. Over de vraag of er wel een moraal was. En nu denk ik rustig na over de vraag ‘hoe daarna weer verder?’ ‘Wat voor nieuwe oplossingen zullen we dan bedenken?’ Want ik geloof er eigenlijk helemaal niks van dat die grote megabanken iets geleerd hebben van wat er is gebeurd. Tegelijkertijd geloof ik ook niet dat de wereld ophoudt te bestaan als het bankensysteem omvalt. Daarvoor zijn we allemaal teveel van elkaar afhankelijk.

 

‘Conscious Capitalism’

Ik heb overigens geen antwoord op mijn vragen, dus parkeer ik ze voorlopig maar even. Genoeg over de banken. In plaats daarvan denk ik na over mijn eigen sector, de foodsector. Wat zijn daar de grote organisaties, waar ik nooit een vraagteken bij heb geplaatst? Hoe zit het met hun integriteit en stabiliteit? Met hun moraal? Hoe gaan zij om met deze veranderende wereld en met de consument die steeds vaker vraagtekens plaatst bij alles wat vroeger zo normaal, betrouwbaar en stabiel was?

Ik vraag me af hoe Whole Foods Market daarmee omgaat en een kort onderzoek brengt me bij een boek van een van de grondleggers. De grondlegger van Whole Foods Market, John Mackey, schreef samen met Raj Sisodia het boek ‘Conscious Capitalism’. Hij legt daarin uit hoe hij als fervent links georiënteerde socialist de schoonheid van ‘echt kapitalisme’ ontdekte, toen hij ondernemer werd. Zijn overtuiging dat ‘business’ gebaseerd was op uitbuiting van anderen en dat het dwang met zich meebrengt, veranderde in de ontdekking dat ‘business’ gebaseerd is op samenwerking en vrijwillige keuzes. Om waarde te creëren, moet je immers wel samenwerken, is zijn overtuiging.

Zijn ontdekking groeide in een nieuw ideaal, want Mackey schrijft in zijn introductie: ‘Together, business leaders can liberate the extraordinary power of business and capitalism to create a world in which all people live lives full of purpose, love and creativity – a world of compassion, freedom and prosperity. This is our vision for Conscious Capitalism’. In zijn boek gaat hij onder andere in op de wederzijdse afhankelijkheid (interdependence) van alle aandeelhouders, zowel personeel, klanten, leveranciers als investeerders en hoe je die het beste kunt benutten om voor alle aandeelhouders een win-win-win-situatie te creëren.

 

Samenwerken

Het is de visie waarmee Mackey invulling geeft aan zijn ondernemerschap, waarmee hij naar de wereld kijkt en waarmee hij in de loop der jaren zijn bedrijf heeft uitgebouwd. Het klinkt als 'the American dream', zeker als je het naast de beginjaren van de organisatie legt, maar eerlijk is eerlijk, wie zijn organisatie bestudeert kan niet anders dan concluderen dat hij die visie in ieder aspect probeert uit te werken.

Je bedrijf zal alleen blijven groeien en gezonde winst maken als je samenwerkt als stakeholders en samen nieuwe oplossingen creëert, is mijn vrij vertaalde conclusie die tegelijk voor mij een belangrijk verschil aangeeft met wat er gebeurde in de bankenwereld.

 

Ondernemerschap

En ineens schieten die kleine innovatieve bedrijfjes weer door mijn hoofd, die handelen volgens het principe ‘waar een wil is, is een weg’. Die simpelweg hun hart lijken te volgen, of hun goede idee. Die op allerlei plekken verbindingen leggen en zelf vol verbazing staan te kijken hoe goed hun idee aanslaat. Een deel van die bedrijfjes en de ondernemers daarachter zijn waarschijnlijk nog te jong om überhaupt hun visie zo scherp te kunnen omschrijven als Mackey dat doet. Terugkijken is altijd makkelijker dan vooruit zien en soms weet je pas achteraf wat je visie eigenlijk is, door terug te kijken naar wat je hebt gedaan en vooral naar hoe je dat hebt gedaan.

Tegelijkertijd merk ik dat als ik lees, luister en spreek met die kleine bedrijfjes, er iets is dat ze gemeenschappelijk hebben: ondernemerschap en een open en nieuwsgierige houding naar de wereld. Niets als vanzelfsprekend nemen en, wat me misschien nog wel het meest bij is gebleven, niet bang zijn om risico’s te nemen. Ze maken zich helemaal niet druk over de vraag wat ze met hun leven moeten doen als dit idee niet werkt. Natuurlijk denken ze serieus na over hun verdienmodel en over hoe ze hun bedrijf uit kunnen bouwen, maar ze lijken niet te worden gehinderd door enige druk van welke aandeelhouder dan ook om te moeten presteren. Ze vinden een weg om hun idee werkelijkheid te laten worden en werken daarvoor samen met andere bedrijven die dezelfde manier van denken hebben.

 

Op de golven meebewegen

Ik word aan de ene kant zenuwachtig van zoveel ondernemerschap. Als projectmanager ban ik in mijn werk zoveel mogelijk risico’s uit, zodat alles in goede banen loopt. Op alles voorbereid zijn. En als er zich dan toch een onverwachte wijziging of kink in de kabel voordoet, dan heb ik dankzij het uitbannen van die risico’s ook alle ruimte om met die kinken in de kabel om te kunnen gaan en ze in te passen in het geheel. Maar risico’s nemen zonder uitgebreide analyse? Nee, liever niet. Aan de andere kant kijk ik met veel bewondering naar die ondernemers en leer ik een heleboel van ze. Wat wijs om je niet te laten hinderen door van alles en nog wat maar gewoon je idee uit te voeren en mee te bewegen op de golven die je onderweg tegenkomt om er het beste van te maken. Wat een instelling en een kunst, om het simpel te houden en je gewoon bezig te houden met de kern van je idee.

 

Heldere visie en open vizier

Ik denk tot slot aan de andere organisaties die ik tegenkwam, die nadenken over de toekomst en zoeken naar nieuwe groei in een totaalmarkt die van alle kanten wordt geïnjecteerd met nieuwe intreders en met golven van verandering die bestaande processen op hun kop zetten. Ik gun ze een heldere visie, zoals iedere sterke organisatie die heeft en zoals die bij de jonge ondernemers verstopt zit in de manier waarop ze hun organisatie in de eerste jaren uitbouwen. Een duidelijke reden van bestaan. En ik gun ze ook het open vizier van de jonge ondernemers om altijd met nieuwsgierigheid naar je eigen markt te blijven kijken en zo steeds opnieuw mogelijkheden en kansen te ontdekken.

 

Natuurlijk hoop ik dat we daar als FSIN een steentje aan bijdragen. Onder andere door het programma van het zomercongres dat we op 24 juni organiseren. Kijk op fsin.nl/zomercongres voor meer informatie en om je in te schrijven!

Kan je iemand helpen met dit artikel? Deel het!